|
Bij vertrek al een knobbelig zeetje. |
De bovenste 200 mijl van de
Baltische zee aan de Finse kant is ondiep en bezaaid met
rotsen. De jachthavens waar ik met de Swinde, die iets meer dan 2 meter diep
steekt, in kant zijn op de vingers van één hand te tellen. Ik had Rob gevraagd
om dat stuk mee te komen zeilen. Rob is een ervaren waddenzeiler die ik begin
dit jaar heb leren kennen. Voor de derde dag stond het langste stuk van 80 mijl
op het programma. De windverwachting was ‘s ochtends Noord 3 Bf, krimpend naar
west 4 – 5 Bf en in de middag verder krimpen naar zuidwest en aanwakkerend naar
5 – 6 Bf.
Met een zuidwestelijk koers zo vroeg weg om zo kort mogelijk
tegen de 5 – 6 in te moeten boksen. Om 5 uur ben ik opgestaan en om kwart over
zes voeren we de haven uit. De verwachting klopte behoorlijk. Eerst een stukje
op de motor en daarna een paar uur lekker aan de wind gezeild. Vanaf een uur of
twee de Genua er af gehaald en op de motor verder. Het grootzeil laten staan
voor de stabiliteit en het beetje extra snelheid. De toch al knobbelige zee
kreeg al snel korte golven van 1 tot 2 meter wat veel water over het voordek
opleverde en soms tot over de buiskap. Paaltjes pikken heet het ook wel in
zeilwereld, uren achter elkaar.
We hebben een ritme van een uur op en een uur af. Dat werkt
best lekker. Om 6 uur had Rob het roer overgenomen en ben ik even gaan liggen
voor een kort dutje. Ik schrok wakker van een klotsend water in de boot, klinkt
heel anders dan het rustgevend geluid van de golven tegen het schip aan. De vloerdelen
dreven in het rond. Wakker worden in een nachtmerrie; 5 Mijl uit de kust met
een schip wat water maakt en een 6 Bf op de kop.
Rob vond dat we als eerste een distress melding moeten doen.
Mijn eerste prioriteit was bepalen wat en hoe groot het probleem was. De
meningen over hoe snel het zeil er af moet waren ook verdeeld. Dat ik net
wakker was en behoorlijk gestrest hiep ook niet. Gekozen voor een parallel
aanpak. Rob de hulpdiensten laten bellen via 112 en ben zelf gaan zoeken naar
de oorzaak en voor de zekerheid maar alle afsluiters voor in het schip dicht
gedraaid.
Het water bleek binnen te komen door de ventilatie roosters die
bovenin de wandje tussen de ankerbak en het vooronder zitten. Ik denk dat die
door een van de vorige eigenaren zijn aangebracht. Oorzaak was een verstopte
afvoer van de ankerbak die helemaal in de voorpunt van het schip zit. De
klep/deksel op de voorpunt heeft een uitsparing die nu gebruikt wordt voor
lijnen en snoeren maar oorspronkelijk bedoeld is geweest voor de anker ketting.
Het urenlang over de punt heen stromen van water heeft de ankerbak gevuld.
Daar gaat makkelijk 250 liter water in
voordat het naar binnen overstroomd. Het gewicht duwde de punt verder naar
beneden waardoor er nog meer buiswater over en binnen kwam. Schip gedraaid
zodat er geen buiswater meer bij kwam. In
deel twee ga ik dieper in op de
oorzaken en het voorkomen er van. Ik ben er van overtuigd dat de Swinde zeewaardig
is en in een uitstekende staat van onderhoud verkeert. Schip en bemanning zijn
ook niet in gevaar geweest, toch mag dit niet meer voorkomen.
Rob had de hulpdienst te pakken gekregen en een reddingsboot
was onderweg met een verwachte aanvaartijd van 30 minuten. Met de kop in de
wind het grootzeil gestreken. We voeren ter hoogte van Rahja wat geen jachthaven
heeft maar wel een diepe industrie haven. Besloten daarheen koers te zetten. Het
water niveau steeg nog even maar stabiliseerde na 15 minuten. Door om
beuren de pompen zakte het ook. Veel water en troep
aan boord maar geen distres situatie meer. Nu weet ik dat als een reddingsboot eenmaal
uitvaren is je ze niet meer terug gestuurd krijgt, ook maar niet geprobeerd dus.
Na 20 minuten hadden we de reddingsboot in zicht. Wel heerlijk geruststellend als
je dat op je af ziet stormen, want hard gaan ze. Toen ze bij ons waren
aangegeven dat we de situatie onder controle hadden en we Rahje binnen wouden
lopen. Prima, ze bleven bij ons in de buurt en regelden dat we daar konden
liggen. Eenmaal in de haven bleek een ontvangst comité voor ons klaar te staan;
reddingsbrigade met een tweede snelle boot op een oplegger, Politie en
Ambulance. Ontzettend aardige mensen allemaal.
Na het aanleggen eerst met de Politie gesproken. Na kennis
gemaakt te hebben en de situatie doorgesproken werd er een alcohol test gedaan.
Geen probleem dus. Er werd gevraagd of het goed was dat onze redders foto’s
maakten van het water in de ankerbak en het water binnen. En ze boden aan de
ankerbak leeg te pompen. De volgende stap was een medische check; bloeddruk,
hartslag, temperatuur en bloedwaardes. Rob, die zelf ambulance medewerker is,
vond het onzin. Zelf was ik was er blij mee. Alles in orde en hoewel ik het
niet koud had gehad was mijn temperatuur net geen 35 graden.
De visitekaartjes die ik had laten drukken met alle gegevens
van de Swinde en mijzelf er op, waren ontzettend handig en werden gewaardeerd.
De kapitein van de reddingsboot kwam melden dat er bij het leegpompen van de
ankerbak wat schade was ontstaan aan de Swinde. Het viel nogal mee vond ik en
heb aangegeven dat ik contact op zou nemen met mijn eigen verzekering.
Na drie kwartier was iedereen vertrokken en konden wij de
natte spullen buiten hangen en eindelijk wat eten. Het was onderhand 9 uur
geworden. Wat een dag, 13 uur op het water waarvan 2 uur in een ‘distress’
situatie. Aansluitend de afhandeling met de hulpdiensten en het opruimen van de
ergste troep. Geslapen als een roosje op
de bank, mijn bed lag op het dek te drogen.