Kemi, een foto impressie

Het is altijd handig om een land of stad te fotograferen als je er net bent. Na een week ben ik er aan gewend en vallen de verschillen en eigenaardigheden minder op. Bij mijn eerste wandeling door Kemi in meteen gaan fotograferen. Er zijn duidelijke verschillen tussen Finse en Zweedse steden en ook de nodige overeenkomsten. Wat in hout gebouwd is komt erg met elkaar overeen qua bouwstijl en kleuren. Het kenmerkende ossenrood en de gele en blauwe plastel kleuren. Steen bouw in Finland heeft de karakteristiek van oostblok landen. Rechthoekig, strak en veel lelijker dan in Zweden. Het stratenplan van Kemi (en veel andere stadjes in noord Finland) is keurig op ruitjespapier getekend en ruim opgezet

Van grote invloed is de tweede wereldoorlog geweest. Aan het eind daarvan zijn alle noordelijke plaatsen door de Duitsers platgebrand. En de wederopbouw is met beperkte middelen gedaan. De dorpen in noord Finland zijn ronduit lelijk. De stadjes vallen best wel mee.
Hieronder een foto impressie van Kemi.



En nog 10 foto's bij "meer lezen".

Distress op zee, oorzaak en voorkomen.


Zie hier voor het verslag van de distress op zee. Deze blog gaat over de oorzaken en hoe het in de toekomst te voorkomen. 

Door uren lang tegen de wind en golven in te varen kwam veel buiswater over het dek. Het overkomend water is door een uitsparing in de deksel van de ankerbak naar binnen gekomen. Deze uitsparing is door de bouwer gemaakt voor het doorvoeren van de ankerketting. De ketting loopt nu via een elektrische lier op het dek en de doorvoer wordt nu gebruikt voor het snoer van de walstroom en om de genuaschoten in de ankerbak op te bergen

Doordat de afvoer van de ankerbak verstopt zat is deze langzaam volgelopen met water. In het schot tussen de ankerbak en het vooronder zitten twee ventilatie gaten. Via deze gaten stoomde het water naar binnen over mijn bed de boot in.



De ketting doorvoer.

Voor de ankerketting is de doorvoer niet meer nodig. Deze ga ik dicht maken. Zodanig dat het dunne snoer van de walstroom er nog net doorheen kan. Daarmee is de doorvoer niet volledig dicht, de opening wordt wel 20 keer kleiner. De deksels van de ankerbak zijn in het dek verzonken en helemaal waterdicht krijg ik deze niet. Moet er dus rekening mee houden dat er altijd wat water doorheen komt maar heel veel minder. De schoten van de genua kan ik net zo goed opbinden aan de preekstoel. Dan worden ze nat bij regen maar drogen ook veel sneller.


De afvoer van de ankerbak.

Deze was ook verstopt toen ik de boot kocht. De ketting die er onderin lag was daardoor zo verroest dat die weg kon gooien. Het is een vrij dunne afvoer die via een slang doorverbonden is met een doorvoer onder de waterlijn. Zo komt er geen vuil roestwater langs de buitenkant van de boeg. Ik denk dat het daarom zo gemaakt is. Helaas is verstopt het snel en krijg je zo een extra doorvoer onder de waterlijn. Bij het voorbereiden van de boot voor deze reis heb ik een vlondertje onder in de bak geplaatst. En de bak met een vertikaal schot in tweeën verdeeld. De ketting aan stuurboord en het bakboord deel voor het walstroom snoer, de reserve ankerlijn en ruimte voor opbergen van de stootwillen. Zo kom je regelmatig in de ankerbak en het vlondertje aan bakboord blijf je zien en het valt meteen op als daar water staat. Dat leek me voldoende maatregelen om tijdig een verstopping op te merken. Niet dus.
Vanaf nu spoel ik de ketting na het water tanken met zoet water af. Is goed voor de ketting en kan ik meteen controleren of de afvoer niet verstopt zit.


De ventilatie roosters.

Die zijn waarschijnlijk door een van de vorige eigenaren aangebracht en niet origineel. Ze zijn dicht te draaien en dat is nu ook gebeurt. Veel toegevoegde waarde hebben ze ook niet. ’S nachts heb ik het vluchtluik op een kiertje staan. Als het hard regent of de wind komt verkeert binnen zet ik het luikje in de WC open. 



De bilgepomp

En als laatste de bilgepomp. Waarom heeft deze niet gefunctioneerd? Het binnenkomen van het water was daarmee niet opgelost. Maar de vloerdelen waren niet gaan drijven en er was veel minder stress geweest. De backup pomp heeft prima gewerkt.
Na de aankoop heb ik de bilgepomp vernieuwd, de oude vertrouwde ik niet zo. Gekozen voor dezelfde pomp die in mij vorig schip 12 jaar probleemloos heeft gewerkt. Hoe kan het dat eenzelfde pomp na pakweg 3 jaar niet werkt.
Bij inspectie bleek dat de pomp verstopt zat met haar en vuil. Mijn vorig schip, de Morning Cloud, lekte altijd wel een beetje via de gland en had ook veel condenswater van de wanden. De pomp sloeg elke twee dagen wel een keertje aan en spoelde daarmee ook schoon. De Swinde lekt nergens en is heel goed geïsoleerd en heeft geen condens water.  Elk voordeel heb zijn nadeel. De bilgepomp werkt zelden, eens per maand hooguit. Krijgt dan wel al het opgehoopte vuil te verwerken en slipt dus dicht.
Het schoonmaken en testen van de bilgepomp komt op het lijstje van jaarlijks onderhoud.
   


Distress op zee.

Bij vertrek al een knobbelig zeetje.
De bovenste 200 mijl van de Baltische zee aan de Finse kant is ondiep en bezaaid met rotsen. De jachthavens waar ik met de Swinde, die iets meer dan 2 meter diep steekt, in kant zijn op de vingers van één hand te tellen. Ik had Rob gevraagd om dat stuk mee te komen zeilen. Rob is een ervaren waddenzeiler die ik begin dit jaar heb leren kennen. Voor de derde dag stond het langste stuk van 80 mijl op het programma. De windverwachting was ‘s ochtends Noord 3 Bf, krimpend naar west 4 – 5 Bf en in de middag verder krimpen naar zuidwest en aanwakkerend naar 5 – 6 Bf.


Met een zuidwestelijk koers zo vroeg weg om zo kort mogelijk tegen de 5 – 6 in te moeten boksen. Om 5 uur ben ik opgestaan en om kwart over zes voeren we de haven uit. De verwachting klopte behoorlijk. Eerst een stukje op de motor en daarna een paar uur lekker aan de wind gezeild. Vanaf een uur of twee de Genua er af gehaald en op de motor verder. Het grootzeil laten staan voor de stabiliteit en het beetje extra snelheid. De toch al knobbelige zee kreeg al snel korte golven van 1 tot 2 meter wat veel water over het voordek opleverde en soms tot over de buiskap. Paaltjes pikken heet het ook wel in zeilwereld, uren achter elkaar.

We hebben een ritme van een uur op en een uur af. Dat werkt best lekker. Om 6 uur had Rob het roer overgenomen en ben ik even gaan liggen voor een kort dutje. Ik schrok wakker van een klotsend water in de boot, klinkt heel anders dan het rustgevend geluid van de golven tegen het schip aan. De vloerdelen dreven in het rond. Wakker worden in een nachtmerrie; 5 Mijl uit de kust met een schip wat water maakt en een 6 Bf op de kop. 


Rob vond dat we als eerste een distress melding moeten doen. Mijn eerste prioriteit was bepalen wat en hoe groot het probleem was. De meningen over hoe snel het zeil er af moet waren ook verdeeld. Dat ik net wakker was en behoorlijk gestrest hiep ook niet. Gekozen voor een parallel aanpak. Rob de hulpdiensten laten bellen via 112 en ben zelf gaan zoeken naar de oorzaak en voor de zekerheid maar alle afsluiters voor in het schip dicht gedraaid. 

Het water bleek binnen te komen door de ventilatie roosters die bovenin de wandje tussen de ankerbak en het vooronder zitten. Ik denk dat die door een van de vorige eigenaren zijn aangebracht. Oorzaak was een verstopte afvoer van de ankerbak die helemaal in de voorpunt van het schip zit. De klep/deksel op de voorpunt heeft een uitsparing die nu gebruikt wordt voor lijnen en snoeren maar oorspronkelijk bedoeld is geweest voor de anker ketting. Het urenlang over de punt heen stromen van water heeft de ankerbak gevuld.  Daar gaat makkelijk 250 liter water in voordat het naar binnen overstroomd. Het gewicht duwde de punt verder naar beneden waardoor er nog meer buiswater over en binnen kwam. Schip gedraaid zodat er geen buiswater meer bij kwam. In deel twee ga ik dieper in op de oorzaken en het voorkomen er van. Ik ben er van overtuigd dat de Swinde zeewaardig is en in een uitstekende staat van onderhoud verkeert. Schip en bemanning zijn ook niet in gevaar geweest, toch mag dit niet meer voorkomen.

Rob had de hulpdienst te pakken gekregen en een reddingsboot was onderweg met een verwachte aanvaartijd van 30 minuten. Met de kop in de wind het grootzeil gestreken. We voeren ter hoogte van Rahja wat geen jachthaven heeft maar wel een diepe industrie haven. Besloten daarheen koers te zetten. Het water niveau steeg nog even maar stabiliseerde na 15 minuten. Door om  beuren de pompen zakte het ook. Veel water en troep aan boord maar geen distres situatie meer. Nu weet ik dat als een reddingsboot eenmaal uitvaren is je ze niet meer terug gestuurd krijgt, ook maar niet geprobeerd dus. Na 20 minuten hadden we de reddingsboot in zicht. Wel heerlijk geruststellend als je dat op je af ziet stormen, want hard gaan ze. Toen ze bij ons waren aangegeven dat we de situatie onder controle hadden en we Rahje binnen wouden lopen. Prima, ze bleven bij ons in de buurt en regelden dat we daar konden liggen. Eenmaal in de haven bleek een ontvangst comité voor ons klaar te staan; reddingsbrigade met een tweede snelle boot op een oplegger, Politie en Ambulance. Ontzettend aardige mensen allemaal. 


Na het aanleggen eerst met de Politie gesproken. Na kennis gemaakt te hebben en de situatie doorgesproken werd er een alcohol test gedaan. Geen probleem dus. Er werd gevraagd of het goed was dat onze redders foto’s maakten van het water in de ankerbak en het water binnen. En ze boden aan de ankerbak leeg te pompen. De volgende stap was een medische check; bloeddruk, hartslag, temperatuur en bloedwaardes. Rob, die zelf ambulance medewerker is, vond het onzin. Zelf was ik was er blij mee. Alles in orde en hoewel ik het niet koud had gehad was mijn temperatuur net geen 35 graden. 


 
De visitekaartjes die ik had laten drukken met alle gegevens van de Swinde en mijzelf er op, waren ontzettend handig en werden gewaardeerd. De kapitein van de reddingsboot kwam melden dat er bij het leegpompen van de ankerbak wat schade was ontstaan aan de Swinde. Het viel nogal mee vond ik en heb aangegeven dat ik contact op zou nemen met mijn eigen verzekering.


 
Na drie kwartier was iedereen vertrokken en konden wij de natte spullen buiten hangen en eindelijk wat eten. Het was onderhand 9 uur geworden. Wat een dag, 13 uur op het water waarvan 2 uur in een ‘distress’ situatie. Aansluitend de afhandeling met de hulpdiensten en het opruimen van de ergste troep.  Geslapen als een roosje op de bank, mijn bed lag op het dek te drogen.


Gerbrand | 1 tot 13 – juni 2019 | Örnsködsvik -> Töre 270 mijl




Mooie tocht (lees ook hieronder het verslag van Gerbrand en bekijk vooral ook het filmpje.) en een flinke afstand afgelegd. Met midzomer wou ik graag in het noordelijkste deel van de Baltic zijn. Met Ben al een mooi stuk naar het noorden gevaren toch waren er nog hemelsbreed 250 mijl te gaan. Veel dagen gevaren, enkele zelf meer dan 55 mijl en regelmatig kunnen zeilen.


De een na laatste dag was het doel Kalix, zag er uit als een leuk plaatsje met een goede bus verbinding naar Luleä vanwaar Gerbrand het vliegtuig naar Stockholm had geboekt. Een stevige tocht er heen van 60 mijl. Na een uur of 6 kruizen tegen de windkracht 5 in, het laatste stuk op de motor. Kalix ligt 12 mijl landinwaarts. Na 10 mijl liepen we herhaaldelijk vast terwijl de kaarten ruimschoots diepe aangaven, dicht geslipt dus. Voor anker iets buiten de vaargeul, ook leuk en blij met de dag reserve.

De opties waren terug naar Luleä of Töre. Het eerste was 50 mijl terug en Töre onzeker of we daar wel naar binnen konden. Gebeld en een uiterst aardige Zweed gaf aan dat het er diep genoeg was, belde later nogmaals terug, hij had het nagevraagd en we konden er écht naar binnen. Klopte en Töre heeft de noordelijkste boei van de Baltische zee. Als je die rond (waarbij we weer keer op keer vastliepen) krijg je een certificaat, hoe mooi wil je het hebben. Gerbrand de volgende dag naar de bus gebracht voor zijn terugreis. Ik ben één dagje blijven liggen, was draaien en boodschappen doen.

 


















Verslag Gerbrand



Na een reis van 13 uur arriveerde ik op vrijdag 31 mei in Örnsköldsvik waar Bob mij op het station stond op te wachten. Na vervolgens nog 50 hele meters te hebben afgelegd, was het doel bereikt en daarmee het begin van 14 dagen zeilen. En dat hebben we gedaan! 2 Keer een dag overgebleven in een plaatsje van enige omvang (Umea en Skellefteä) en verder bij elkaar 10 dagen gevaren.

Het was bijzonder!

Bijzonder omdat het ‘s nachts rond deze tijd niet donker wordt. En dat effect versterkte zich naarmate we noordelijker kwamen en ook de zonnewende in zicht kwam. Dus rond 02:00 uur had je het idee dat het 7 uur ‘s avonds was, bioritme dus volledig onderuit zogezegd;

















Bijzonder omdat we alle soorten weer hebben gehad die je je kunt voorstellen. Van regen, wind en kou tot dobberend in korte broek en t shirt.
























Bijzonder omdat we in die 10 dagen op het water hooguit 4 of 5 andere bootjes hebben gezien in een land dat 15 keer zo groot is als Nederland en grotendeels bestaat uit bossen en water.

Bijzonder omdat elke ‘naturhamn’ waar we hebben gebivakkeerd, compleet uitgestorven was, maar wel toiletten, barbecue en (houtgestookte) sauna. Alles open, zo te gebruiken en vooral heel schoon.




Bijzonder ook omdat, hoewel Bob en ik elkaar lang en goed kennen, het toch altijd weer even afwachten is hoe dat gedurende zo’n relatief lange periode op 10 m2 leefruimte gaat …. Het ging overigens prima, behoorlijk wat bijgekletst en vooral ook gelachen. Dat ons sketchje, waarbij Bob wegvaart en mij achterlaat met zwemvest en dinky, misschien niet helemaal zo hilarisch is overgekomen als wij het bedoeld hadden, heeft geen enkele invloed gehad op de voorpret!








Bijzonder omdat we gedurende al die 13 avonden dat ik aan boord ben geweest, niet één keer hebben geschaakt. Domweg geen tijd voor gehad.


Al met al: Bijzonder en vooral ook leuk !!

20 juni 2019.