Op schepen wordt een aparte taal gesproken. Veel ‘touwtjes’
hebben een eigen naam en er zijn begrippen die door de een bekend worden
verondersteld maar voor iemand anders onbekend zijn. Op schepen is het bijvoorbeeld
van groot belang om nauwkeurig aan te kunnen geven dat ‘de Dirk’ moet worden
aangetrokken en dat ‘de grootschoot’ wel wat losser kan of het ‘achter-lijk’
niet strak genoeg staat. Die voor het gevoel van de schipper feilloze
aanduiding kan verkeerd of helemaal niet begrepen worden. Omdat ik zelf een
poosje zeil had ik deze zeilbegrippen wel helder maar op andere vlakken bleek
mijn interpretatie altijd te kloppen.
Semantiek had voor mij altijd zoiets als
detail verschillen met verschillende bewoordingen aangeven. Deze trip heeft me
geleerd dat semantiek ontzettend belangrijk kan zijn. Omdat een begrip of
uitdrukking voor verschillende mensen echt
iets anders kan betekenen. En wat te doen als je denkt het begrip te
snappen en er toch iets anders verwacht wordt? Mij lijkt net als bij scheepstaal
eerst verkennen of het begrip wel overeenkomt, of je elkaar echt goed begrijpt.
Dus elkaars taal leren spreken of in ieder geval beducht zijn op verschil in
interpretatie.
Ben
Geen opmerkingen:
Een reactie posten